Lees hier het eerste deel van deze novelle. Graag verder lezen?
Het volledige verhaal is als e-book only verkrijgbaar via bol, Standaard Boekhandel en Kobo. Via Kobo Plus ook gratis te lezen!
Ze staarde uit het raam. Een continue stroom van dorpen, weilanden en graffitimuren wisselden elkaar af. Haar vingertoppen gleden over de dunne stof van haar zomerjurk, die geen geweldige combinatie vormde met de versleten combatboots aan haar voeten. Ze knoopte afwezig haar veters, wreef over haar armen en vervloekte zichzelf dat ze geen jas had meegenomen. De andere passagiers dachten vast dat ze gek was. Een oudere dame keek haar aan met een diepe frons tussen haar wenkbrauwen.
Ze negeerde het en keerde zich terug naar het raam, dat bedekt was met bruine vegen en vingerafdrukken. Quasinonchalant bedekte ze met haar hand de zichtbare kant van haar gezicht. Hoeveel concealer ze ook smeerde, zijn sporen bleven zichtbaar. De blauwgroene vlekken op haar wang schemerden hardnekkig door de bruine smurrie, die ze snel in het stationstoilet had aangebracht en niet eens bij haar teint paste. De kneuzingen op haar lichaam bleven gelukkig haar geheim. Tegenwoordig liet zelfs de kleinste opmerking of oogopslag hem ontvlammen. Dit keer was het de uitnodiging van haar beste vriendin.
‘Wat is dit?’ vroeg hij. Hij zwaaide met het kaartje dat ze op de buffetkast had neergelegd. Ze had het beter meteen in haar handtas gestopt.
‘Karin verjaart,’ antwoordde ze langs haar neus weg.
‘Je was toch niet van plan om te gaan?’
Ze deed alsof ze hem niet gehoord had en waste haastig verder af. Misschien liet hij het varen?
Zijn handen grepen haar benige schouders. Een rilling trok door haar ruggengraat. Een theekopje glipte bijna van tussen haar vingers. Hij haatte het wanneer ze dingen stukmaakte.
‘Ik vroeg je wat.’
‘Ik… ik weet het niet.’
Karin had haar gesmeekt te komen. In een achteloos moment had ze ja gezegd. Haar excuses waren op. Ze kon het aantal keren dat ze ziek was, een familiefeest had of moest overwerken, niet meer tellen.
Hij draaide haar met een ruk om. Het vuile sop liet vlekken achter op haar nieuwe shirt. Ze wist beter dan hem daarop te wijzen.
‘Je gaat niet.’
Ze aarzelde even.
‘Het is het verjaardagsfeestje van mijn beste vriendin. Ik kan haar moeilijk in de steek laten.’
‘En ik dan? Mij kan je wel in de steek laten?’
Zijn eekhoornbruine ogen boorden zich in de hare. Ze sloeg haar blik neer.
‘We zien elkaar elke dag. Je kan me toch een avondje missen?’
‘Zodat jij met andere kerels kan flirten?’
‘Het is gewoon een verjaardagsfeestje, met de meisjes.’
‘Dat moet ik geloven? Ik ken die hoeren wel, die jij je vriendinnen noemt. Je gaat niet.’
Haar natuurlijke reflex spoorde haar aan in te stemmen met wat hij ook maar zei. Iets in haar vocht met die reflex. Het schreeuwde, luider en luider, tot de woorden uit haar mond rolden.
‘Ik… ik ga wel.’
Ze deed een stap naar achter en zette zich schrap tegen het aanrecht. Het gemorste afwaswater drong in haar rug. Frank torende boven haar uit, ze kromp in elkaar. Zijn grimas veranderde in een grijns. Dat beloofde nooit veel goeds. Hij drukte zijn lippen op de hare. Huiverig beantwoordde ze de kus. Zijn vingers streken over haar wang.
‘Je blijft hier. We maken het lekker gezellig met zijn tweetjes.’
Hij liet haar los en speurde de keuken af. ‘Wat eten we?’
Ze trilde op haar benen en verzamelde alle moed die ze over had.
‘Ik ga, Frank, wat je ook zegt. Ik ben je vriendin, niet je gevangene.’
De woorden kwamen er harder uit dan ze gepland had. Ze klonken als een overwinning in haar oren. Bijna verdrongen ze zelfs de angst. Haar voorzichtige triomf werd doorbroken door een luide krak in haar kaak. Het aanrecht sneed door de klap in haar rug. Franks vuist trilde na op haar gezicht.
Het zorgeloze getjilp van vogels teisterde haar bonkende hoofd. Zijn dronken gesnurk drong in haar oren. Ze opende haar ogen en liet haar blik even rusten op de rode knokkels van zijn hand, die op haar buik lag. Voorzichtig pelde ze de arm van zich af, het gesnurk zwol onheilspellend aan. Ze bleef even verstijfd liggen en wachtte tot zijn ademhaling terug de regelmaat van de slaap vond. Ze dwong zichzelf op te staan en baande zich een weg over zijn spoor van achtergelaten kleren naar beneden.
Haar ogen gleden naar de ingemaakte kast in de gang, waar de rode koffer van haar grootmoeder lag. Tijd om in te pakken was er niet.
Zo stil mogelijk plukte ze een kledingstuk van het wasrek en stapte in het eerste paar schoenen dat ze tegenkwam.
Ze greep haar handtas, drukte de deurklink naar beneden en begon te lopen.
Reactie plaatsen
Reacties
Weera knap. Je voelt als het ware de angst die ze moet overwinnen. Beklijvend!