Velen kennen het verhaal van Tristan en Isolde. Maar kennen jullie ook de start van de legende?
Dit kortverhaal is een herwerking van de start van de Tristansaga, gebaseerd op het originele verhaal.
Fanfiction, als het ware, omdat dit een prachtig en triest verhaal is.
Hoe het begon...
De uren gleden voorbij terwijl de pijn in haar lichaam sneed. Hij was vast onderweg. Straks waren ze met zijn drieën en dan was al deze pijn het meer dan waard. Dat zou zelfs haar broer inzien. Een blik op zijn neefje of nichtje en de koning smolt. Ze negeerde de onrustige blik van haar dienstmaagd. Het lot was hun goed gezind, dat wist ze zeker, ook al werd ze lichter in haar hoofd met elke nieuwe pijngolf.
Het getrappel van paardenhoeven stemde haar hoopvol. Een ruiter betrad met gebogen hoofd de schamele kamer. Eerbiedig nam hij zijn gedeukte helm af. Zijn bruine lokken hingen in klitten voor zijn ogen.
'Rivalin?' vroeg ze met schorre stem.
De ridder schudde verslagen zijn hoofd, haar blik ontwijkend. Een innerlijke schreeuw verspreidde zich door haar geteisterde lijf. Rivalin, haar lieveling, doorboord op een slagveld, zijn prachtige staalblauwe ogen voor eeuwig nietsziend.
Voor het eerst drong tot haar door wat ze al uren probeerde te ontkennen. Het lot was hun niet gunstig gezind. Hun liefdesbaby bracht geen verlossing, maar was enkel het sluitstuk van hun noodlottige einde. Haar frêle gestel beaamde dat door de lakens rood te kleuren.
'Ho... hoogheid,' stamelde haar bediende met doodangst in haar ogen.
Blanchefleur draaide zich van haar weg. Gauw was ze bij haar geliefde. Er restte haar nog slechts een taak. Een onmenselijk geluid ontsnapte haar toen het kind haar lichaam in tweeën spleet. Met zijn eerste schreeuw verlieten haar laatste levenskrachten haar.
'Het is een jongen, hoogheid,' sprak de dienstmaagd en overhandigde haar het kind. Met trillende handen plaatste ze het bundeltje in Blanchefleurs slappe armen. Nieuwbakken liefde overstemde haar droevige lot. Ze bestudeerde haar zoon en zei: 'Tristan, moge een lied van liefde heersen in je hart. '
Ze wiegde tot haar armen vanzelf loslieten en hun kilte door het laken van de boreling drong. Hun bezoeker sloeg hen gade, tot Blanchefleurs warme ogen niet meer keken, maar staarden in het oneindige. Toen verloste hij het kind uit de rode gloed die de lakens kleurde. Hij knikte naar de dienstmaagd, wiens wangen vochtig waren van de tranen.
Zijn blik dwaalde nog een keer over zijn levenloze vriendin, de gade van zijn beste vriend. Beiden maakten ze nu deel uit van het eeuwige banket. Hij verliet de sombere ruimte die doordrongen was van bloed en wanhoop.
Hij bekeek het wroetende wurm in zijn armen. Een streepje blauw ontsnapte aan de oogleden. Boven een spitse kin smakte een verfrommeld mondje. Ongetwijfeld de edele trekken van zijn moeder, doorspekt met een vleugje van de edelmoedige Rivalin. Wat moest hij nu met dit kind, de neef van zijn vorst? Hij zwoer Blanchefleur hem te beschermen. In deze wrede wereld zag hij maar een manier.
Hij reed de hele nacht, tot zijn armen en benen beurs waren. Het nieuwe leven gaf geen krimp en sliep zoals enkel pasgeborenen dat kunnen. Moeizaam opende hij de deur. Haar groene ogen keken op van het kind dat aan haar borst sabbelde. hij liep op haar toe, met het verkleumde bundeltje nog steeds in zijn armen. 'Dit is Tristan,' zei hij, 'onze tweede zoon.'
Reactie plaatsen
Reacties
Zo ontroerend! Echt heel mooi geschreven, echt pakkend...
Gelezen met tranen in mijn ogen, en een extra pak Kleenex naast mij, zonder dat het "klef" werd.
Bedankt, Nathalie! Je reactie doet me veel plezier.